FYI.

This story is over 5 years old.

Money

Ik zocht uit waarom je je geld steeds dommer uitgeeft als het bijna op is

En wat ik eraan kan doen om mezelf in toom te houden.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL
Man gooit geld in de lucht.

Salarisdag vier ik altijd groots, door mijn huur te betalen en een uitspatting te doen. Nieuwe schoenen, een dure coiffure, een cadeau of een uitgebreid champagne-ontbijt. Maar na die eerste flinke hap uit mijn budget heb ik een vrij gelijkmatig en verantwoordelijk uitgavepatroon: netjes thuis koken, broodtrommeltje mee (bij wijze van spreken), niet te lijp gaan in de kroeg. Totdat, na een week of drie, de bodem weer in zicht komt en ik nog zo rond de 100 euro bezit. En dan gebeurt er elke maand iets interessants.

Advertentie

Ik pin dat laatste geld nog net niet om het te verbranden, maar het scheelt niet veel. Uitgaan, Ubers pakken en dure broodjes kopen: de laatste euro’s vliegen er altijd het snelst en het impulsiefst doorheen.

Dan zie ik mezelf weer op de laatste maandagavond van de maand een fles dure bubbels uit het nachtwinkelschap trekken, terwijl ik eigenlijk beter gewoon blikken goedkoop bier zou kunnen drinken, en voer ik de volgende innerlijke dialoog.

Verstandige Tim: “Moet dat nou weer? Dat wordt weer de rest van de week droge pasta eten.”

Eind-van-de-maand-manie-Tim: “JA DAT MOET.”

Bij elke keer pinnen verwacht ik de ‘Geen saldo’-piep te horen. Ergens ben ik heel bang voor dat geluid, dat in de kapitalistische samenleving dezelfde functie vervult als het Game-overmuziekje in Super Mario. Maar ik ontleen er ook een soort masochistisch genot aan. Blut zijn ontslaat je van de plicht om een perfecte consument te zijn.

Die bodemdrift aan het eind van de maand is niet iets waar ik per se vanaf wil. Het heeft wel wat flamboyants, vind ik zelf. Maar toch knaagt het soms: ben ik niet gewoon dom, dat ik mijn maandsalaris niet gebruik om rijk (=succesvol) te worden?

Wat research leert dat het misschien wel andersom is. Psycholoog Eldar Shafir en gedragseconoom Sendhil Mullanaithan schreven erover in hun invloedrijke boek Scarcity: why having too little means so much. Ze deden onder andere onderzoek naar suikerrietboeren in India, die de opbrengst van hun oogst één keer per jaar cashen. Na het grote uitbetaalmoment was hun IQ gemiddeld 13 punten hoger dan in de maanden ervoor. Het idee dat armoede dom maakt werd erg populair, omdat het afrekent met de neoliberale theorie dat mensen arm zijn geworden omdat ze dom zijn. Maar kan ik dit verzachtende idee ook op mezelf toepassen, of is mijn situatie van maandelijks betaalde broodschrijver totaal niet te vergelijken met die van de suikerrietboeren? En als ik er wel wat aan kan doen, wat dan?

Advertentie
Grafiek mijn financieel-mentale gezondheid (zelfdiagnose) januari - februari

Ik besluit snel iemand op te bellen die er echt verstand van heeft, voordat ik zelf verder ga speculeren over mijn fluctuerende intelligentie. Gea Schonewille is economisch psychologe en werkt bij het Nibud als wetenschappelijk medewerker. Zij weet alles van dit soort shit, en kent andere mensen die, net als ik, niet zo goed met geld overweg kunnen. “In die theorie van Shafir en Mullanaithan is de geldstress een belangrijk element. Het idee is dat de stress over armoede veel “bandbreedte” in beslag neemt, waardoor je minder denkkracht overhoudt voor beslissingen.” Je wordt dus niet dommer, maar hebt gewoon wel wat urgenters aan je hoofd dan, bijvoorbeeld, een stomme IQ-test invullen.

Volgens Schonewille gaat het ook minder om je daadwerkelijke banksaldo dan om hoe je je financiële situatie ervaart. “Er zijn mensen die weinig verdienen en voor zichzelf een goede manier hebben gevonden om daarmee om te gaan. En er zijn mensen die heel veel verdienen en nog steeds geldstress ervaren,” zegt Schonewille.

Langdurige armoede en vooral ook schulden leveren eigenlijk altijd zorgen op. Maar als ik roekeloos spendeer aan het eind van de maand, voelt dat niet zozeer stressvol. Ik weet dan al dat er weer een nieuwe lading geld aan zit te komen. Volgens Schonewille heeft mijn uitgeefdrang dan ook niet met bandbreedte of IQ te maken, als wel met zelfdiscipline. Kut. Dat betekent zeker dat ik mijn gedrag moet veranderen.

Advertentie

Volgens Schonewille ben ik onderhevig aan wat psychologen het ‘What the hell-effect’ noemen. “Je ziet dat ook bij mensen die een streng dieet volgen. Als ze één keer meer eten dan ze van zichzelf mogen, gaan ze daarna weer helemaal los.” Dat lijkt inderdaad een meer accurate verklaring. Ik heb het zelfs wel eens létterlijk gedacht: ach, what the hell. De wens om soepel en comfortabel naar het einde van de maand te zweven, en zelfs nog wat te sparen, weegt dan totaal niet op tegen de wens om dat laatste geld te vroeg in één keer te vergooien aan champagne.

Grafiek mijn volstrekt verklaarbare uitgavepatroon - januari, februari

Maar is er dan niets waardoor je wat beter met je saldo kunt omspringen? Dat is erg simpel volgens Schonewille. “Je kunt ook gewoon al wat spaargeld opzij zetten aan het begin van de maand.” Dan zou het “What the hell-effect” eigenlijk nog eerder komen, volgens mijn eigen theorie. Maar Schonewille heeft nog extra een oplossing om mezelf te disciplineren. “Je moet zorgen dat je bij je uitgaven genoeg ‘betaalpijn’ lijdt.” Hoe minder direct je een uitgave voelt, hoe makkelijker je die doet. Betalen met een creditcard levert de minste betaalpijn op: het geld wordt toch pas aan het eind van de maand afgeschreven, boeie. Contactloos betalen werkt ook dom uitgeefgedrag in de hand. Je hoeft niet eens je pincode te kunnen intypen, wat in mijn geval vooral gevaarlijk is in de kroeg.

Een slimme oplossing hiervoor is volgens Schonewille om altijd je pinpas thuis te laten en een verstandig bedrag aan cash mee te nemen. Dat ik dan, als het op is, altijd aan mensen ga vragen of ze niet ALSJEBLIEFT even wat voor kunnen schieten is niet eens zo heel erg: “Dan is er in ieder geval een extra drempel.” Online vind ik nog een andere tip: altijd grote coupures meenemen. Dat breek je minder makkelijk op, waardoor je minder snel impulsaankopen doet. En het heeft nog een voordeel: met flappen wapperen is retestoer. Als je een honderdje uit je portemonnee trekt om met een stalen gezicht een pakje kauwgom af te rekenen weet iedereen hoeveel betaalpijn je stiekem staat te verbijten.

grafiek uitgavepatroon versus verstandig uitgavepatroon - januari, februari

Headerimage via Getty Images. Bewerking door David Engel

Hou je ook zo van geld? Like VICE Money en ontvang dagelijks gratis geldverhalen: