FYI.

This story is over 5 years old.

Money

We gingen naar Leeuwarden om te kijken of de crisis echt voorbij is

In de arme wijk Wielenpôlle staan bouwsteigers en hijskranen. Maar als je nog geen baan hebt, merk je niet zoveel van hoogconjunctuur.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL
Man en vrouw
Foto's door Sander van der Bij

Afgelopen jaar las ik een hoop goed nieuws over onze economie. Dat begon ermee toen het Centraal Planbureau vrolijk de conclusie presenteerde dat de economische crisis die Nederland in haar greep had gehouden voorbij was. Een paar maanden later zouden Nederlanders weer massaal aan het shoppen zijn geslagen. En nog maar een paar weken terug zou er volgens de vorige minister van Economische Zaken zelfs een turbomotor op de economie zijn gezet.

Advertentie

Toch ben ik dit jaar niet één keer wakker geworden met het gevoel dat we van een hoogconjunctuur kunnen spreken. Wat merk je überhaupt van dit soort abstracte economische ontwikkelingen, ook als je bijvoorbeeld weet dat het nog jaren lastig blijft om een huis te kopen? Of als we van de zoveelste deskundige horen dat ons leven er tot ons veertigste niet bepaald op vooruit zal gaan?

Veel twintigers van nu zijn na het uitbreken van de crisis in 2008 begonnen met werken. In het nieuwe jaar trekt VICE Money het land in om te onderzoeken of de crisis voor deze groep jonge mensen ook echt voorbij is. Met wie gaat het goed? Waar kun je weer lekker een ouderwetse vaste baan krijgen, en in welke steden kun je inmiddels een huis krijgen dat net even wat meer is dan een vervallen eenkamerappartementje waar de verf van de muren afbladdert?

We nemen alvast een voorproefje in Leeuwarden. Friesland stond lang bekend om zijn hoge jeugdwerkloosheid, en juist dat probleem zou door de crisis voor een deel zijn opgelost. Ook de totale werkloosheid daalde het snelst in deze provincie. Maar als we iets inzoomen, zien we dat er maar zes steden een hogere werkloosheid hebben dan Leeuwarden; volgens de meest recente cijfers gaat dit op voor 18 procent van de inwoners tussen de 15 en 25 jaar. Twee van de armste wijken in die stad zijn Wielenpôlle en de Schepenbuurt. Wat hebben ze daar gemerkt van de crisis en wat merken ze ervan dat de crisis weer voorbij zou zijn? Ik besloot er eens langs te gaan.

Advertentie
Vuilnis

Exclusive

Voordat we in Wielenpôlle zijn, lopen de fotograaf en ik door de Schepenbuurt, en ontmoeten we een schoonmaker die in het ziekenhuis werkt. Hij is vierentwintig en hoeft niet met zijn naam op VICE Money. Ik vraag hem of hij blij is met zijn werk. “Weer eens wat anders dan in een winkel werken,” zegt hij. Hij is meteen de eerste die de gevolgen van de crisis wel zegt te voelen. “Ja, je merkt het wel hoor. Zolang je maar een baan hebt, en een vast contract is het allemaal goed. Ik heb dat gelukkig wel, maar sommige mensen zijn onzeker over hun baan, die krijgen de hele tijd een halfjaarcontract. Ik merk wel dat het een stuk beter is geworden in vergelijking met een paar jaar geleden.”

Man met huis

“Ik merk dat het een stuk beter is geworden in vergelijking met een jaar geleden.”

Een stuk verderop loopt Leander een grote hond uit te laten. Hij werkt bij een bedrijf dat kunststof bewerkt voor bootramen en design. Leander komt uit een dorp vlakbij Leeuwarden en wil niet op de foto, maar hij heeft wel iets van de crisis gemerkt. “We krijgen het wel drukker ja, we hebben nu een grotere laser, en nog een extra frees erbij.”

Glamour

Als we aankomen in Wielenpôlle, is mijn eerste indruk dat het er best wel glamoureus is. Bij de ingang van de wijk staat een rond, glazen gebouwtje dat Instituut ‘Exclusive’ heet. Er staan chique meubels en grote planten binnen; het lijkt op een antiekzaak. Daar kunnen we zeker wel wat horen over de crisis, want de luxueuze detailhandel is gevoelig voor crises, dus we besluiten hier onze zoektocht naar de effecten daarvan te vervolgen. ‘Exclusive’ blijkt een erotische massagesalon te zijn, op de toonbank ligt een prijslijst. Terwijl we die staan te bestuderen, komt er een man binnen die ons vriendelijk vraagt hoe hij ons van dienst kan zijn. Als hij erachter komt dat we niet komen voor een massage, maar voor een reportage over het einde van de crisis, betrekt zijn gezicht. Hij geeft me een wel heel stevige hand en stuurt ons weg. “Geen foto’s, geen reportages.”

Als de fotograaf vervolgens wel van de buitenkant van het gebouw nog een foto maakt, komt de massageman dreigend de deur uitgelopen met een compagnon. We rennen weg. Dat begint al goed, hier in Wielenpôlle.

Advertentie
institute in de steigers

In Wielenpôlle zien we veel gebouwen in de steigers staan.

De boze massageman bevestigt het ruige beeld dat ik uit een artikel over onveiligheid op straat in deze buurt had gelezen. Ook zijn de kerstversieringen en de tuinbeelden zoals verwacht hysterisch, maar voor de rest is het er rustig. Misschien zit iedereen binnen. Het kan aan het gure weer liggen. Of ze zijn aan het werk: een wijkverbeteringsprogramma, waarvan de subsidie nu overigens weer op de tocht staat, hielp mensen om hun diploma’s te halen en aan de slag te gaan. Ondertussen is de woningbouw bezig met een grootschalig renovatieproject.

We komen twee jochies van een jaar of tien tegen. Ze hebben het over vuurwerk en lucifers, en vragen ons beleefd of we hun vriendje in een blauwe jas hebben zien rondlopen. Een stel met een kinderwagen zegt dat ze het heel leuk vinden om in de wijk te wonen en er nooit meer weg willen. Verder hebben ze geen zin om te reageren en willen ze niet op de foto. Het buurtcentrum is dicht, al hangt er een veelbelovende aankondiging van een diva-bingo op de deur.

Ook een meisje dat haar hondje aan het uitlaten is, is positief over de wijk. “Ze zeggen dat het een asobuurt is, maar het valt best mee. Je merkt het niet echt. Je kunt er gewoon wonen. We gaan wel verhuizen, maar ik weet niet waarom.” Als ik vraag of dat misschien komt doordat de crisis voorbij is, schrikt ze. “Welke crisis?” De economische crisis heeft ze niet gemerkt. Ze zit nu nog op school, maar ze wil wel in Leeuwarden gaan werken of studeren.

Advertentie

Woonwagenkamp

We lopen verder de wijk in, en komen Rinze tegen. Hij zit op de fiets, er hangt een plastic tas aan zijn stuur. Rinze heeft hier eigenlijk niks gemerkt van de crisis, zegt hij. Ik vraag wat hij doet, waarmee ik bedoel te vragen: wat voor werk doe je? Maar Rinze interpreteert de vraag anders. “Ik ben aan het verhuizen.” Hij huurde eerst een huis in de wijk, om te wachten tot er plek was in het aangrenzende woonwagenkamp, waar hij geboren is en al zijn familie woont. Nu is er eindelijk een wagen vrij. Gezellig, en ook nog eens twee keer zo goedkoop: 120 euro in plaats van 240 euro. Hij betaalt alleen de staplaats van zijn woonwagen. Rinze vindt Wielenpôlle een leuke wijk, waar hij nooit meer weg wil. Er is altijd wat te doen, ook voor de kinderen. “Bingo, en binnenkort ook een kerstmarkt.”

Man met druk raam

Rinze zegt dat hij eigenlijk niets gemerkt heeft van de crisis.

Even later komen we Titia tegen, die een groep daklozen en verslaafden begeleidt tijdens hun dagbesteding: het opruimen van zwerfvuil in de wijk. Ook zij heeft weinig van de crisis gemerkt. “De hulpverlening gaat altijd door.” Zijn er dan niet meer mensen die bij haar aankloppen in tijden van crisis? “Als je werkloos bent, kom je niet meteen in de hulpverlening terecht. Dat komt door een scheiding, of een verslaving. Ik kan niet zeggen dat het aantal daklozen in Leeuwarden is toegenomen door de crisis.”

Advertentie

Volgens Titia merk je dat vooral in de bouw. “Een zwager van mij die in de bouw zit zegt: we kunnen er gewoon geen collega’s meer bij vinden, want alle goede installatiemonteurs zijn aan het werk. Ze hebben wachtlijsten.” Ik zie dat er inderdaad veel gebouwd wordt. De renovatie is in volle gang: overal staan huizen in de steigers.

Vrouw met huis

Mensen die al lang werkloos zijn, merken die grillen van de economie niet zo in hun portemonnee.

Dan komt er een auto nogal woest de parkeerplaats opdraaien waarnaast we staan te praten. De auto schampt de tas die Titia in haar hand heeft, wat ze blijkbaar als teken ziet om achteloos terug te gaan naar haar groep. Maar niet voordat ze nog een rake observatie geeft. “De werkloosheid is vrij hoog hier, maar dat is al heel lang zo. Ik weet niet hoeveel invloed de crisis daarop heeft. Als iemand al twintig jaar werkloos is maakt die crisis niet zoveel uit.”

Mensen die al lang werkloos zijn, merken die grillen van de economie niet zo in hun portemonnee. De crisis begon voor hen al voor 2008 en ook nu zal er niet zoveel veranderen. Maar woningcorporaties hebben duidelijk wel weer geld om uit te geven aan wijkverbetering, en ook in Wielenpôlle lijkt het er langzaam op vooruit te gaan. Het einde van de crisis merk je door hijskranen en bouwsteigers, of een grotere laser in je fabriek. Maar voordat heel Leeuwarden net zo glamoureus is als de Wielenpôlse massagesalon, moet er nog wel wat gebeuren. De hoogconjunctuur hangt nog niet in de lucht.

Hou je ook zo van geld? Like VICE Money en ontvang dagelijks gratis geldverhalen: