scrooge-28854_1280
headerphoto via Pixabay

FYI.

This story is over 5 years old.

Money

Zijn Nederlanders écht zo gierig?

Hoe bewijs je eigenlijk dat een persoon 'zuinig' is – laat staan een heel land?

Nederlanders staan niet alleen bekend om hun directheid, nuchterheid en de twijfelachtige gewoonte om met ziektes te schelden, maar ook om de neiging om vooral niet te veel met centen te strooien. Gierigheid is net zo Hollands als klompen, mdma en frituurmuren, en dat het splitten van de rekening ook wel ‘going Dutch’ wordt genoemd komt ook niet doordat we om de haverklap onze vrienden trakteren.

Tenminste, dat hoor je altijd. Maar hoe bepaal je eigenlijk in hoeverre iemand gierig is? Als je in een restaurant voor het goedkoopste hoofdgerecht gaat, kan dat ook gewoon komen doordat je nou net trek hebt in die vegetarische curry met kikkererwten, of niet zoveel waarde hecht aan uit eten gaan. Misschien geef je daarna in de kroeg wel het ene rondje na het andere.

Advertentie

En als het van één individu al lastig is om objectief vast te stellen of-ie zijn hand te veel op de knip houdt, hoe doe je dat dan bij een volledig land? Wie heeft dit hele verhaal eigenlijk verzonnen?

Om erachter te komen waar het stereotype van de gierige Hollander vandaan komt, nam ik contact op met Josip Kešić. Hij kwam op jonge leeftijd van Kroatië naar het koude Nederland, waar hij uiteindelijk na zijn studie een promotieonderzoek naar stereotypen deed aan de Universiteit van Amsterdam. Ik belde hem op om antwoord te krijgen op de vraag: zijn Nederlanders nou echt zo vrekkig?

Kešić woonde nog maar net in Nederland toen hij op de basisschool een cassettebandje gaf aan zijn beste vriend, die er wat muziek op zou zetten. Toen hij het bandje gevuld terugkreeg, hield zijn vriend een hand omhoog: een gulden graag!

Je zou kunnen denken dat Kešić daardoor al sinds jonge leeftijd denkt dat alle Nederlanders maar een stelletje gierigaards zijn, maar in werkelijkheid vindt hij zeker niet dat zuinigheid iets typisch Nederlands is. Tijdens zijn onderzoek ontdekte hij een patroon: de tegenstelling tussen aan de ene kant een nuchter, zuinig volk, en aan de andere kant een volk met temperament dat geld over de balk smijt, zie je ook in andere regio’s.

In West-Europa zijn behalve Nederland ook Duitsland en de Scandinavische landen berucht om hun zuinigheid. Aan de andere kant heb je Spanje, Griekenland en Portugal, die volgens onze eigen minister van Financiën hun geld uitgeven aan “drank en vrouwen”. Maar ook binnen die zuinige landen zelf heb je stereotiepe tegenstellingen. Zo kun je de vrekkige Hollanders tegenover de bourgondische Belgen zetten en de nuchtere Friezen tegenover de gezellige Brabanders.

Advertentie

Op de Balkan worden de Slovenen gezien als sober en zijn de Bosniërs de domme Belgen met een gat in de hand. “Daar is een reden voor,” zegt Kešić. “Met de Sloveense economie gaat het historisch gezien altijd beter dan met de economie van andere landen in het voormalige Joegoslavië. Dan denken mensen al snel dat je wel zuinig moet zijn om dat voor elkaar te krijgen.”

Ook in Nederland komt het stereotype door de geschiedenis. “Dat heeft te maken met het protestantisme, dat als soberder wordt gezien dan het katholicisme.” Je hebt veel meer katholieken in Zuid-Europa en daardoor ontstond het beeld dat het noorden zuiniger is dan het zuiden.

Koud weer
Een andere schuldige aan die stereotypes is Montesquieu, een van de belangrijkste Franse denkers. Hij lanceerde in de achttiende eeuw zijn eigen theorie waarin hij beweerde dat mensen in een kouder land minder last hadden van prikkels en zich daardoor meer door het verstand lieten leiden. Dat verstand zorgde ervoor dat je je herinnerde dat je goed op je centen moest letten. In warme landen deden ze maar waar ze zin in hadden: als ze dorst hadden kochten ze wijn, als ze honger hadden een berg eten.

Doordat dit soort vooroordelen eeuwenlang zijn herhaald, zijn we er zelf in gaan geloven. Dat Hollanders gierig zijn kun je hooguit bewijzen met anekdotische voorbeelden, die op zichzelf niks zeggen, maar we wel als bewijs zien als ze ons beeld bevestigen. “Stel, je eet bij tien Nederlandse gezinnen, en twee of drie daarvan zijn echt zuinig”, zegt Kešić. “Dan onthoud je eerder hoe zuinig die paar gezinnen waren dan dat je de gulle mensen onthoudt, puur omdat het past in het heersende beeld.” Dat heet confirmation bias: een beeld hoeft niet recht te doen aan de werkelijkheid om geloofd te worden, zolang het maar herkenbaar is.

Advertentie

“Voor Nederlanders is het gebruikelijk om van jongs af aan een spaarrekening hebben.”

Going Dutch
Of Nederlanders nou écht bovengemiddeld vrekkig zijn kun je niet hard stellen, maar aan de andere kant kunnen we het ook niet uitsluiten. “Voor Nederlanders is het gebruikelijk om van jongs af aan een spaarrekening hebben, maar ze geven ook bovengemiddeld veel uit aan goede doelen,” zegt Kešić. Het hangt er dus maar net van af wat je als maatstaf neemt.

Wel weten we dat we lang niet als enige land de reputatie hebben om op onze centen te letten. In Engelstalige landen zeggen ze dan wel 'going Dutch' als de rekening wordt gesplit, maar in Argentinië is het weer "pagar a la americana" – betalen op z'n Amerikaans.

Sterker nog, de term 'going Dutch' is zelf ook helemaal niet zo Dutch als het klinkt. De Britse onderzoeker Michael Quinion schreef dat de term voor het eerst in de Amerikaanse krant Daily Democrat werd gebruikt, zo'n honderdvijftig jaar geleden. Dat artikel ging over de vraag hoe café-eigenaren overmatig drankgebruik konden tegengaan. Een ‘Dutch treat’ betekende dat iedere gast zijn eigen drankje zou betalen. Dat ging alleen niet om Nederlanders, maar om Duitse en Zwitserse immigranten die in Pennsylvania waren gaan wonen. Zij werden Pennsylvania-Duits genoemd, wat verkeerd werd vertaald naar Pennsylvania Dutch.

Quinion schreef ook dat een typisch 'Nederlands' avondmaal bestond uit roggebrood, koolsalade, Weense worstjes en bier. Pas dan zou het het "vaterland" weerspiegelen. Dus naast dat stereotiepe tegenstellingen tussen gierige en minder gierige landen eigenlijk overal ter wereld voorkomen, is de term 'going Dutch' – een van de weinige bewijzen voor de Hollandse zuinigheid – ook nog eens net zo Nederlands als lederhosen en Angela Merkel.

Tagged:Gierigheid