Young guy talks to adult

FYI.

This story is over 5 years old.

Money

Hoe kom je in godsnaam van irritante straatverkopers af?

Als ex-straatverkoper weet ik precies hoe je die lastpakken op een effectieve manier afwimpelt.

Het is een mooie zomerdag zoals er in Nederland maar weinig zijn. Je salaris is net gestort, dat nieuwe shirtje staat perfect en je bent lekker uitgeslapen. Kortom: je bent helemaal klaar om de wereld te veroveren. Met je vrienden heb je afgesproken om ’s avonds een barbecuetje aan te steken en met dit prachtige vooruitzicht struin je naar de supermarkt om wat lekkere dingen te kopen. Net als je denkt dat het universum perfect in balans is, zie je in je ooghoek een straatverkoper. Je probeert hem nog te ontwijken, maar enthousiast duwt hij een krant onder je neus. “NRC’tje mee, meneer?” Voor je er erg in hebt, ben je vijf minuten bezig om de straatverkoper af te wimpelen. Of erger: je hebt een abonnement afgesloten waar je niet op zit te wachten. Hoe kom je van die pratende windjackies af?

Advertentie

Eerst moet ik iets bekennen. In mijn studententijd ben ik een tijd straatverkoper geweest. Ik heb talloze mensen ervan proberen te overtuigen dat een krantenabonnement precies datgene was wat ontbrak in hun leven. Ondanks dat ik geen topverkoper was, verdiende het baantje dankzij de commissies lekker. En het gaf inzicht in de verschillende methodes die worden gebruikt om straatverkopers te ontwijken. Maar welke zijn succesvol? Ik zal het je vertellen.

De sportieve methode

Op het moment dat de verkoper op je afkomt, ga je sneller lopen. Hiermee hoop je ‘haast’ of ‘geen zin’ uit te stralen. Gaat verkoper ook sneller lopen, dan kun je een bochtje of een verdere versnelling overwegen. Hoewel veelgebruikt, is dit niet de handigste methode. Voor je het weet ben je verwikkeld in een hardloopwedstrijd. Bovendien is het lastig rennen met een zware boodschappentas in je hand.

De sterallurestijl

Elke straatverkoper herkent dit type. Mensen die doen alsof ze dwars door je heen kijken. Kaarsrechte rug, schouders breed, kin omhoog en de blik op oneindig. Al kun je die blik vaak niet zien, omdat er een zonnebril zo groot als een schuifpui voor zit. Ze lopen door de winkelstraat als een miljonair in Saint-Tropez. Werkt dit? Nee, want: 1) je bent in winkelcentrum De Scheepjeshof in Veenendaal, niet aan de Côte d’Azur. 2) Een mens aanzien voor lucht is altijd een slecht idee. 3) Straatverkopers leren dat iedereen boven de achttien een potentiële koper is, dus ze hobbelen gewoon achter wannabe-sterren aan. 4) Je gedrag is een extra reden om je aan te spreken. Want wat is er mooier dan iets slijten aan een moeilijk type?

De humoristische route

Deze is lastig, maar ook uitdagend. Verkopers moeten vaak dezelfde flauwe grapjes aanhoren. Iemand die leden werft voor het WNF zal op de vraag ‘houdt u van dieren’ een miljoen keer het antwoord krijgen ‘alleen op mijn bord’. Als krantenverkoper waren ‘ik kan niet lezen’, ‘ik heb geen kat(tenbak) en ‘mijn vis verpak ik niet’ populaire grapjes. Voor straatverkopers zijn deze vaak makkelijk te pareren: ‘Dan neemt u de krant voor de plaatjes/als lesmateriaal’. Maar op een echt goede grap is het lastig reageren. Ooit deed ik een man het fantastische aanbod om een maand lang gratis de krant in de bus te ontvangen. Waarop hij droogjes antwoordde: ‘Ik ga nooit met de bus’.

De inhoudelijke route

Deze kost wel veel tijd. Maar als je je ongenoegen jegens straatverkopers wil uiten, of het bedrijf/goede doel in het algemeen, dan is dat een prima manier. Aangezien straatverkopers doorgaans goedgebekte jongens en meisjes zijn, is het verstandig geïnformeerd in discussie te treden. Wervers voor goede doelen kun je erop wijzen dat uit onderzoek van de Vrije Universiteit blijkt dat het werven van een donateur gemiddeld zo’n 80 euro (of 95 euro) kost en dat je als donateur het eerste jaar doorgaans niets bijdraagt aan het goede doel. Daarom is het verstandiger voor de hele wereld – minus de straatverkoper – als je direct aan het goede doel betaalt. Of je kunt een energieverkoper van Qurrent erop wijzen dat je het hoofdsponsorschap van Feyenoord onverenigbaar vindt met het colporteren in Amsterdam. Stuk voor stuk legitieme argumenten, maar het blijft de vraag of de straatverkoper er ontvankelijk voor is. Wel pak je zijn tijd in plaats hij/zij die van jou.

De bezitterige/liegende weg

Per dag lees je vijftien kranten, stroom wordt door zes leveranciers je huis in gepompt, elke dag werk je drie maaltijdboxen naar binnen en driekwart van je salaris wordt verdeeld onder 154 goede doelen. Kortom, op alles wat je wordt aangeboden roep je “heb ik al”, “lees ik al” of “steun ik al”. Voor de afwisseling kun je verzinnen dat je binnenkort naar Uruguay verhuist om met de liefde van je leven samen te wonen en dat je derhalve geen Nederlandse krant/energie/maaltijdbox kunt ontvangen. Of je leert het zinnetje: ‘Es runāju tikai latviski’ uit je hoofd en dan maar hopen dat de straatverkoper niet toevallig Lets spreekt.

De kortste weg

Dit is de snelste en makkelijkste oplossing. Als straatverkoper word je getraind om in het begin van het gesprek open, positieve vragen te stellen waarop het ‘prospect’ (marketingtaal voor mens met portemonnee) eigenlijk alleen maar ‘ja’ kan antwoorden. “Lekker weertje he?’, “komt u hier uit de buurt?”, “heeft u ooit van krant x gehoord?”, “geeft u om het milieu?”, “vindt u kinderarbeid ook erg?” etc.

Door ‘ja’s’ te scoren komt iemand in een positieve stemming en gaat-ie sneller over tot iets kopen. Of zoals gedragswetenschapper Loes Janssen in dit filmpje uitlegt, is na zo’n serie vragen je “mentale spier enigszins verzwakt” en ben je eerder geneigd in te stemmen met voorstellen. Een straatverkoper doet er dus verstandig aan om niet de kortste weg te kiezen. Wat je het beste kunt doen, is dus gewoon “nee, bedankt” zeggen, terwijl je je mooiste glimlach opzet. Het blijft immers een mens, zo’n straatverkoper. Als iedereen ter wereld deze tactiek toepast, sterft dit beroep vanzelf uit.

Spijt van een straataankoop? Geen probleem!

Heb je ondanks alle tips toch iets op straat gekocht en daar gierende spijt van? Geen probleem! In Nederland is het wettelijk zo geregeld dat je bij verkoop buiten een winkelruimte 14 dagen bedenktijd hebt. Bovendien moet de verkoper jou ook wijzen op deze wettelijke bedenktijd. Heeft de verkoper dat niet gedaan, dan kan de bedenktijd verlengd worden naar twaalf maanden. Als je deze tip onthoudt, kun je de rest weer vergeten.

Hou je ook zo van geld? Like VICE Money en ontvang dagelijks gratis geldverhalen:

Tagged:Tips